maandag 24 oktober 2011

Lezers van 1.000.000 druppels partner De Oud Rotterdammer sturen duurzaamheid verhalen in van vroeger

Zuinig met water

In de oorlog in de Hongerwinter ben ik per Rijnaak uitgezonden in een tocht van tien dagen en uiteindelijk als pleegkind bij een familie in Ittersum bij Zwolle in huis genomen. Men had daar alleen een waterpomp buiten. Het was voorjaar en zomer toen ik bij hen was en we wasten ons allemaal buiten bij de pomp.

Ze hadden een poepdoos. Die was keurig van hout gemaakt en netjes geverfd, een bruinige kleur. Er stond een ijzeren vat in en de poepdoos werd afgesloten met een ook geverfd houten deksel. Maar er was geen water voor die poepdoos. Eens in de zoveel tijd werd die ijzeren ton met veel moeite, hij was natuurlijk vol met zeer vochtige en blubberig stinkende uitwerpselen van tien mensen, naar de mestvaalt gebracht, achterin de tuin. Dat moest uiteraard heel voorzichtig gebeuren. De uitwerpselen werden als mest voor de moestuin gebruikt. Ook in de steden werden na de oorlog nog door sommige gemeenten tonnetjes met uitwerpselen van mensen geleegd, zag ik een keer in Harlingen.

Teil
Tegenwoordig heb je wasmachines die water nemen en enige keren spoelen en dan centrifugeren. Velen hebben ook nog een droogtrommel, maar die kun je beter niet gebruiken. Je kunt de was beter buiten drogen of in huis. Dat deden we vroeger en doe ik nu nog.
Vroeger bracht mijn moeder de was in een grote teil met waspoeder aan de kook op het tweepits gasstel en daarna tilden mijn moeder en ik die teil met veel moeite op het aanrecht. De was werd vaak tevoren ook nog in de soda gezet en soms aangesmeerd met groene zeep. Later kreeg mijn moeder een zogenaamde bok; een dubbele houten standaard waar de teil met was op gezet kon worden met een goede wringer. De was werd tweemaal na het wassen gespoeld met water, uitgewrongen daarna door de wringer gehaald en buiten te drogen gehangen aan waslijnen aan het balkon. Met slecht weer werd de was binnen gedroogd; ook aan waslijnen, of aan een houten wasrekje dat b.v. rond de kachel stond.
Als de was droog was, werd het ingevocht en gestreken met een elektrisch strijkijzer. Vroeger streek mijn moeder nog met twee ijzeren strijkbouten, die om beurten op de kachel heet werden gemaakt.
Op het balkon stonden een of twee teilen bij de regenpijp waarin we regenwater opvingen, dat natuurlijk zacht water was en goed gebruikt kon worden voor de was.

Douchen
We wasten ons vroeger in de keuken bij het aanrecht en de gootsteen bij de koudwaterkraan. Weinigen hadden voor en in de oorlog warm water of een badkamer of douche. Ook nu kan tweemaal per week douchen en je wassen bij de wastafel genoeg zijn voor een gezond mens, al vinden sommigen een of meerdere keren douchen per dag noodzakelijk. Bijvoorbeeld mensen die zware arbeid verrichten op sporters. Maar dat geeft weer extra was voor de wasmachine, die vaker moet draaien en dus elektriciteit en extra water vergt. Wat korter douchen scheelt al met water verspillen. Wij ouderen zijn vaak zo opgegroeid en jongeren zouden daar best op gewezen mogen worden.

Elisabeth Hoogduin
www.deoudrotterdammer.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten